Werregea Ald Wergea Nij, scheld- en bijnamen
14 maart 2018 om 20.00 uur in us Doarpshûs
Werregea Ald, Wergea Nij heeft geregeld dat deze avond Sybren v.d. Vlught zijn verhaal over bij- en scheldnamen (nog) een keer vertelt. Hij heeft dit in 2006 ook al eens gedaan, daar is toen niets van geregistreerd, dus deze avond staat Sjors Vogelzang te filmen. De zaal zit vol, V.d. Vlught heeft een avondvullend programma met een tussentijdse pauze. Een kort verslag staat al in de Havensbank van april 2018, als aanvulling plaatsen we dit artikel op de site.
Hoe is dit zo begonnen? Het komt doordat Floris Sinnema (pake Floris) bij V.d. Vlught voor de deur stond. Meestal bracht hij een snoek (de eerste snoek ging naar de pastoor, de tweede naar Dokter Van Drooge en de derde naar V.d. Vlught). Maar dit keer had hij een briefje met 19 scheld-/bijnamen. Dit lag ergens thuis en misschien kon V.d. Vlught er wat mee. Hij wist niet bij wie die namen hoorden. Hierna ging het verhaal al snel over vissen en kievitseieren zoeken.
Maar nu was er dat briefje. Je kunt een lijst maken met de namen alleen, daar heb je niks aan. Je zou kunnen proberen om de echte namen erbij te zoeken. Maar eigenlijk wil je de lijst compleet hebben: waarom heeft iemand die naam gekregen? En niet zelf raden of gokken, want vaak genoeg blijkt dat er een hele andere reden/oorzaak was.
V.d. Vlught werd vroeger eens uitgescholden (Sybren Ljurk, naar de bijnaam van zijn pake), waarbij zijn moeder tegen hem zei dat hij daar niet om moest huilen en degene die hem uitschold kon aanspreken met “Pieter Kakskipper”, want dat was wat zijn opa vroeger deed. Gedaan, nooit weer uitgescholden.
Met de lijst met namen zijn ze met wat oudere mannen gaan zitten om te kijken of dit aan te vullen is. Uiteindelijk zijn er rond de 250 bij-/scheldnamen op de lijst gekomen. Ook in Grou is dat gedaan, maar bij die lijst is vaak niet bekend waarom iemand de naam gekregen heeft. Dat maakt het eigenlijk een “dode lijst”, want juist het verhaal erachter geeft kleur aan het overzicht en zorgt voor het ophalen van herinneringen of juist kunnen lachen om absurde situaties.
Zo komen “wiete en droege Anna” voorbij, zusters waarbij de ene wat toeschietelijker was om een amoureuze avond door te brengen dan de andere. Anekdotes komen ook voorbij. Twee dames, die niet heel aantrekkelijk waren, maar die de pont tussen Sumar bevoeren en altijd de overtocht uitvoerden. De bakker had een taart over en vond dat zo mooi, dat zij die taart kregen (toen geen kartonnen doos, maar een houten bak die weer teruggebracht moest worden). De bakker deed een briefje erbij: “geen kinderen gebaard, hierbij een heerlijke taart”. Toen de houten bak teruggebracht werd zat er ook een briefje in “niet geluld, lekker van de taart gesmuld”.
-
- Gepubliceerd: 31 maart 2018
- Categorie: Cultuur